Beeld van de repetitie in Felix Meritis voor vanavond.
Beeld van de repetitie in Felix Meritis voor vanavond.
Vanavond spelen we weer in Felix Meritis, in onze serie Nieuws van het Front. Dit keer heet ons programma ‘Best of Show’. Het Ives Ensemble heeft in de loop der jaren nauwe banden opgebouwd met een aantal bijzondere componisten.
Van een vijftal van hen is een van hun meest bijzondere werken te horen in dit programma van louter tophits. Ook van de naamgever van het ensemble klinkt een van zijn meest extreme stukken, zijn String Quartet Nr.2.
Wanneer je je aanmeldt op Facebook betaal je slechts 10 euro. Vooraf vanaf 7 uur is er soep voor 5 euro, en een inleidend gesprek tussen oprichter van het Ives Ensemble John Snijders en muziekprogrammeur Juha van ‘t Zelfde.
Luister nu alvast naar 5 van de 6 werken via Soundcloud.
Programma:
Christopher Fox (1955) / Straight lines in broken times (1992), voor klarinet, viool & piano
Morton Feldman (1926 – 1987) / Instruments 1 (1974), voor fluit, hobo, trombone, slagwerk & celesta
Gerald Barry (1952) / Quintet (1995), voor althobo, (bas)klarinet, piano, cello & contrabas
pauze
Aldo Clementi (1925 – 2011) / Impromptu (1989), voor klarinet, 2 violen, altviool & cello
Clarence Barlow (1945) / 1981 (1981), voor viool, cello & piano
Charles Ives (1874 – 1954) /String Quartet Nr.2 (1907 – 1913), voor 2 violen, altviool & cello
– Discussions (Andante moderato – Andante con spirito – Adagio molto)
– Arguments (Allegro con spirito)
– The Call of the Mountains (Adagio – Andante – Adagio)
Download hier het volledige programmaboek in pdf.
Een interview met beeldend kunstenaar Madelon Hooykaas, waarvan zondag werk te zien is tijdens een concert van het Ives Ensemble in De Duif, over haar ontmoeting met John Cage, de samenwerking met componisten en de talloze (video)kunstprojecten die ze sinds 1972 met Elsa Stansfield en over de hele wereld realiseerde.
Zondag 25 maart spelen we muziek van de Britse componist Laurence Crane in De Duif. Tussen de twee muziekstukken door laten we videowerk zien van het Schots/Nederlandse kunstenaarsduo Stansfield/Hooykaas. Vanaf de vroege jaren zeventig experimenteerden Elsa Stansfield (Glasgow, 1945) en Madelon Hooykaas (Maartensdijk, 1942) met het (toen) nieuwe medium video en met film, geluidskunst en installaties rondom thema’s als het menselijk tijdsbesef, vergankelijkheid en de harmonie tussen mens en natuur.
Hun werk was te zien in binnen- en buitenland, van het Stedelijk Museum en het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk) tot het MoMA in New York en de Documenta (1987) in Kassel en op tal van biennales en festivals. In 2004 overleed Elsa Stansfield op 59-jarige leeftijd. Sindsdien bleef Madelon Hooykaas onder de naam Stansfield/Hooykaas doorwerken aan een indrukwekkend oeuvre. Kortgeleden maakte ze de keuze om alleen onder haar eigen naam verder te gaan.
Madelon Hooykaas
Michiel van Iersel Hoe ben je in contact gekomen met het Ives Ensemble?
Madelon Hooykaas Ik kende het ensemble al langer en heb ze eerder ook al horen spelen in de Slewe Gallery in Amsterdam. Tijdens een tentoonstelling in de Ketelfactory in Schiedam in 2011 ontmoette ik John Snijders, de artistiek leider en pianist van het ensemble. Daarnaast kende ik Anneke Oele, zakelijk directeur, al uit de kunstwereld.
MI Wat is je relatie met klassieke muziek?
MH Mijn hele leven luister ik al naar eigentijdse gecomponeerde muziek, van Morton Feldman en John Cage bijvoorbeeld. Ik heb John Cage ook ontmoet en de Rothko Chapel (waar Morton Feldman het gelijknamige stuk voor componeerde) in Houston bezocht. Ook hebben Elsa en ik samengewerkt met componisten als Frances-Marie Uitti, Ab Baars en Louis Andriessen. Het spel met tijdsbesef in de muziek van Feldman komt ook terug in ons werk en Oosterse (o.a. Japanse) muziek(instrumenten) is ook een terugkerend element. Ik zou de muziek van het Ives Ensemble trouwens niet klassiek willen noemen, maar hedendaags.
MI Kende je de muziek van Laurence Crane al, voordat we je benaderden om je werk te laten zien naast zijn muziek?
MH Eerlijk gezegd niet, dus ik ben heel benieuwd naar het concert.
MI Kan je iets vertellen over Video Void, het werk dat te zien zal zijn?
MH We maakten het in London in 1980, waar Elsa en ik veel werkten in die tijd. Je ziet video- en filmbeelden die we opnamen in een tunnel die onder de Thames loopt. Een jaar daarvoor maakten we ook al twee werken rondom de Thames, Tidal Flow en Transitions (beide uit 1979), die over het verglijden van de tijd en de vorming van onze perceptie gaan. Met Video Void borduurden we voort op die thema’s, maar in plaats van de rivier zie je een stroom auto’s die door de tunnel gaat en de ronddraaiende ventilator die voor de luchtverversing zorgt en samen hetzelfde visuele effect opleveren als het stromende water in de andere werken.
MI Hoe belangrijk is muziek of geluid in het werk?
MH Het werk begon als soundtrack, die Elsa in ons atelier in Oost-Londen maakte. Het bestaat o.a. uit geluiden die in de tunnel zijn opgenomen. De beelden kwamen later. De lengte van de soundtrack werd bepaald door de tijdsduur van het lopen door de tunnel en dit werd ook de lengte van de video. Het geluid van de roterende ventilator zorgt voor een hoorbare cadans, die invloed heeft op de beelden en hoe je die als kijker ervaart.
MI In hoeverre is Video Void typisch of juist afwijkend voor jullie werk(wijze)?
MH In veel werken leggen we een directe (visuele) relatie met de natuur om ons heen, maar in Video Void ontbreekt ieder spoor van natuur of menselijk leven. In die zin is het afwijkend, maar door de traagheid van de beelden en de cadans in het geluid refereert het werk ook aan de menselijke ademhaling of hartslag. Door de ogen van mensen wordt een artificiële omgeving, zoals een tunnel, weer onderdeel van een groter geheel.
Beeld uit Video Void (1980)
MI Wat vindt je ervan dat het werk te zien is in De Duif, een kerk?
MH Ik vind het goed en spannend. Het werk is lang niet te zien geweest. Begin jaren tachtig werden we gevraagd om het tijdens de Biënnale van Sydney in Australië te laten zien. En we hebben het ook als installatie getoond in The Kitchen in New York. Daar was de video een paar keer achter elkaar te zien. In de Duif ziet het publiek het hele werk in één keer, wat ik prima vind.
MI Als mensen na het zien van Video Void zich verder willen verdiepen in jullie werk, wat zou je dan aanraden?
MH Ze zouden bijvoorbeeld naar The Force Behind its Movement uit 1984 kunnen kijken.
MI Waar ben je nu mee bezig, welke projecten werk je aan?
MH In september opent een tentoonstelling met drie nieuwe werken in Japanmuseum het SieboldHuis in Leiden. Voor een van de werken baseer ik me op de nucleaire ramp in Fukushima als gevolg van de zeebeving voor de kust van Japan en de daarop volgende tsunami van 11 maart 2011.
–
Het concert in De Duif op zondag 25 maart begint om 16:00 uur. Kaarten zijn verkrijgbaar aan de deur en kosten 5 Euro. Madelon Hooykaas is aanwezig en vertelt over haar werk. De getoonde film, Video Void, is afkomstig uit de collectie van het Nederlands Instituut voor Mediakunst, partner van de concertreeks in De Duif.
Het Quintet werd geschreven in 1994 en in première gebracht op het Almeida Festival in Londen in 1995. Het bestaat uit één ononderbroken deel opgebouwd uit negen secties. (G.B.)
Gerald Barry werd geboren in County Clare, Ierland in 1952. Hij studeerde orgel bij Piet Kee en compositie bij Mauricio Kagel en Karlheinz Stockhausen. In 1979 kreeg hij bekendheid met zijn radicale ensemblewerken “_______” en “Ø”. Veel van zijn werk komt direct voort uit zijn opera’s The Intelligence Park (première in 1990 in het Almeida Festival, Londen) en The Triumph of Beauty and Deceit, geschreven in opdracht van Channel 4 Television en uitgezonden in 1995.
De laatste jaren heeft Barry vooral veel kamermuziek gescheven zoals 1998 voor strijkkwartet, In the Asylum voor piano trio, en Six Marches for String Quartet. In opdracht van het Ives Ensemble componeerde hij in 1996 Piano Quartet no. 2 en in 2003 L’Agitation des Observateurs, Le Tremblement des Voyeurs voor trompet en ensemble. In 2004 ging zijn opera The Bitter Tears of Petra von Kant (naar het gelijknamige toneelstuk van Rainer Werner Fassbinder) in première in het festival van Aldeburgh. In opdracht van Radio France schreef hij in 2007 speciaal voor de Canadese sopraan Barbara Hannigan de eenakter La plus Forte, op tekst van August Strindberg. In 2011 ging zijn vierde opera in première in Los Angeles, “The Importance of being Ernest”.
De muziek van elk van de drie instrumenten is statistisch afgeleid van de corresponderende partijen van elk van de volgende drie pianotrio’s: La Chasse in C (1788) van Muzio Clementi (in één deel), Trio no. 2 in F (1847) van Robert Schumann (eerste deel) en Trio in a (1914) van Maurice Ravel. De stukken beginnen gelijktijdig en eindigen veertig seconden na elkaar in de bovenstaande volgorde. Onderstaand diagram laat de compositorische structuur van het werk zien: de drie instrumenten zijn symbolen in hun respectievelijke spiralen. Aan het begin (het midden van de diagram) zijn de drie verschijningsvororiginele trio’s elk met 33% vertegenwoordigd. De afstand van elk instrument ten opzichte van de hoekpunten C (Clementi) S (Schumann) en R (Ravel) is omgekeerd evenredig tot de aanwezigheid van de muziek van de betreffende componist.
Clarence Albertson Barlow werd geboren op 27 december 1945 in Calcutta, India. Hij begon met componeren op elfjarige leeftijd en behaalde in 1965 zowel een diploma van Trinity College of Music, Londen als een graad in natuurwetenschappen aan de universiteit van Calcutta. Hij studeerde electronische muziek en compositie aan de Musikhochschule in Keulen tussen 1968 en 1973 bij Bernd Alois Zimmermann en Karlheinz Stockhausen. Van 1966-1968 doceerde hij aan de Calcutta School of Music, van 1982-1994 bij de Ferienkurse für neue Musik in Darmstadt en van 1984 tot 2005 computermuziek aan de Hochschule für Musik in Keulen. Van 1990 tot 1994 was hij artistiek directeur van het Instituut voor Sonologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag alwaar hij van 1994 tot 2006 ook compositie en sonologie doceerde. Sinds 2006 is hij Corwin Professor aan de University of California in Santa Barbara. Hij heeft sinds 1971 vele experimenten gedaan op het gebied van metrum en tonaliteit en was de mede-oprichter van GIMIK: Initiative Musik und Informatik Köln.
Deze maand spelen we twee keer in Amsterdam. Op zondag 25 maart zijn we weer te horen in De Duif en op dinsdag 27 maart keren we terug naar Felix Meritis voor de concertreeks Nieuws van het Front.
Het Ives Ensemble heeft in de loop der jaren nauwe banden opgebouwd met een groot aantal componisten. Van vijf van hen speelt het ensemble hun meest bijzondere werken in dit programma van louter tophits. Ook van de naamgever van het ensemble, Charles Ives, klinkt muziek in zijn extreme stuk: String Quartet nr. 2.
PROGRAMMA DINSDAG 27 MAART
Christopher Fox – Straight lines in broken times2 (1992)
Morton Feldman – Instruments 1 (1974)
Gerald Barry – Quintet (1995)
Aldo Clementi – Impromptu (1989)
Clarence Barlow – 1981 (1981)
Charles Ives – String Quartet nr. 2 (1910)
Ter kennismaking met de leden van het Ives Ensemble stelt Juha van ‘t Zelfde enkele vragen. Deze keer zakelijk leider Anneke Oele.
Zakelijk leider van het IE Anneke Oele
Bezoekers van het Ives Ensemble komen je altijd en overal tegen, maar misschien niet iedereen weet precies wie je bent. Zou je je misschien kort willen voorstellen voor het grote publiek?
Ik ben Anneke Oele, geboren in Geldrop, opgegroeid in Friesland, om precies te zijn in Drachten. Voel me dus erg Fries, heb veel gezeild en geschaatst en HBS A gehaald. Daarna via omzwervingen in Groningen terecht gekomen waar ik een jaar of 8 politiek actief ben geweest (PvdA) en kunstgeschiedenis heb gestudeerd. Na mijn studie ben ik 8 jaar conservator hedendaagse kunst in het Gemeentemuseum Arnhem (nu MMKA) geweest, daarna 10 jaar galeriehouder in Amsterdam (galerie Espace, galerie Oele) en vervolgens heb ik 10 jaar bij Amsterdam RAI gewerkt, waarvan 7 jaar als directeur Art Amsterdam (voorheen KunstRAI). Ik wandel graag, ga nog liever op reis en dan het liefst naar New York. En dan breng ik veel tijd door met zingen (op amateurniveau) in het oratoriumkoor KCOVAmsterdam, waarmee we twee keer per jaar optreden in het Concertgebouw in Amsterdam.
Hoe ben je eigenlijk bij het Ives Ensemble terecht gekomen?
Na 32 jaar beeldende kunst vond ik het tijd worden om eens iets in de (nieuwe) muziek te gaan doen, mijn tweede passie. Toevalligerwijs stond precies op het goede moment een advertentie op Cultuurnet waarin een zakelijk leider voor het Ives Ensemble werd gevraagd en ik heb gewoon gesolliciteerd. Ik neem aan dankzij de belangstelling van John (Snijders, artistiek leider van het Ensemble) voor beeldende kunst en mijn verleden bij Art Amsterdam, ben ik aangenomen. Het ensemble wilde al langer de combinatie met beeldende kunst in de (speel)praktijk brengen.
Hoe ziet een normale werkweek er voor jou ongeveer uit?
Dat is moeilijk te zeggen. Het werk van een zakelijk leider kan op allerlei manieren worden opgevat. Je kan zeggen: de zakelijk leider maakt de artistieke wensen van de artistiek leider mogelijk en zorgt ervoor dat het ensemble niet failliet gaat. Ik zorg voor begrotingen, overzichten, zorg ervoor dat rekeningen betaald worden. De door de artistiek leider voorgestelde programma’s worden door de zakelijk leider aan de zalen in het land aangeboden. De onderhandelingen met de programmeurs van de zalen worden door de zakelijk leider gedaan. De subsidie aanvragen worden geschreven door de zakelijk leider en voor het inhoudelijk deel door de artistiek leider. De afgelopen maanden zijn we daar dan ook heel druk mee bezig. Een groot deel van het werk zal de komende tijd bestaan uit de zoeken naar fondsen voor aanvullende gelden en de aanvragen bij die fondsen.
Ander belangrijk deel is de marketing en publiciteit. Samen met Non-fiction zorgen we voor een actieve online marketing (vooral gedaan door Non-fiction). Deze succesvolle samenwerking is na een analyse in het eerste jaar tot stand gekomen. Behalve al deze zaken zie ik het vooral als mijn taak veel te coördineren en te zorgen dat iedereen op de hoogte is en dat de praktische zaken op tijd gebeuren. Interne organisatie, contact van de spelers met de directie onderling, contact van directie en spelers met bestuur reken ik ook tot mijn taak. Teveel om op te noemen dus en iedere week is weer anders, afhankelijk van wat er speelt.
Merk je veel overeenkomsten tussen de wereld van de beeldende kunst en de muziek? En ook verschillen?
Belangrijkste verschil is dat een Ensemble deel uitmaakt van podiumkunsten. Er is een voorstelling en die voorstelling is uniek. Er is geen object om als resultaat te verkopen. In de beeldende kunst is er altijd een commercieel moment, iets om mee naar huis te nemen, of het nu een origineel of een afbeelding is. Dat veroorzaakt een enorm verschil in de beleving en in de praktijk. Er zijn dus eigenlijk weinig overeenkomsten, behalve misschien tussen componisten en beeldend kunstenaars. Beide creëren iets dat nog niet eerder bestond. Net als kunstenaars zijn goede musici natuurlijk wel gericht op perfectie in de uitvoering. De musici van het Ives Ensemble kennen weinig grenzen in hun ambitie om de muziek op zijn allerbest naar voren te brengen. Daar bewonder ik ze zeer om. Misschien omdat ze heel intensief moeten samenspelen zijn ze zonder uitzondering verschrikkelijk aardig.
Het mooiste stuk dat ik tot nu toe van ze hoorde is de 2e sonate voor viool en piano van Charles Ives. Het wordt op 25 november a.s. weer uitgevoerd in onze serie in De Duif.
Anneke reist graag, en met name naar New York
Hoe gaat het met het Ives Ensemble dit seizoen?
Het gaat heel erg goed met het Ives Ensemble. Na een jaar van voorbereiding begint de nieuwe koers langzaam vorm te krijgen. De online marketing (blog, facebook, nieuwe website, email nieuwsbrief) levert veel nieuwe belangstellenden op, we spelen in series die we zelf geëntameerd hebben in sfeervolle zalen zoals Felix Meritis en De Duif. Het is inspirerend om te zien dat er hernieuwde belangstelling is voor componisten als Morton Feldman en John Cage. Jonge mensen hebben blijkbaar behoefte aan bezinning in deze hectische tijd. We dragen daar graag aan bij.
Wat zijn je grootste uitdagingen in de rest van het jaar, en hoe zie je die tegemoet?
Natuurlijk is de grootste uitdaging de subsidie aanvragen zo te schrijven dat we toegezegd krijgen wat we zouden willen. Daarnaast is het zaak te zorgen dat we al dit jaar genoeg publieke en particuliere fondsen vinden om een voortbestaan van het Ensemble na 2013 mogelijk te maken.
–
Aankomende zondag spelen jullie in De Duif. Wat zou je de lezers die nog twijfelen willen meegeven om ze over de streep te trekken?
De sfeer in de kerk is zo bijzonder dat dat al een reden is om te komen. Belangrijker nog: de combinatie van de videofilms met het werk van John Cage is alleen op dit moment te ervaren, iets dat je daarna niet zo vaak meer meemaakt.
En dan de kennismaking met 6 leden van het Ives Ensemble, en met het werk van John Cage. Ik zou zeggen, wie niet Music for… in het museumweekend in het Stedelijk Museum in 2010 heeft meegemaakt, heeft een herkansing die niet gemist mag worden. En de entree van 5 euro is natuurlijk het doorslaggevende argument.
Videoverslag mini-tournee Engeland
Rik Andriessen, fluitist en productieleider van het Ives Ensemble, maakte een korte compilatie van de mini-tournee die we van 14 t/m 17 februari 2012 door Engeland maakten. Op uitnodiging van de afdelingen compositie van de universiteiten van Durham en Newcastle verzorgden we componisten-workshops en een drietal concerten.
Op zondag 26 februari spelen we voor de tweede keer in de beroemde kerk De Duif in Amsterdam. Met deze keer twee werken van John Cage: Music for five en Atlas Eclipticalis.
Dat laatste werk, gebaseerd op een sterrenkaart uit de jaren vijftig (lees meer over het stuk hieronder), vormde de inspiratie voor een tweetal adembenemende films die we voorafgaand aan en na afloop van het concert laten zien. Beide werken zijn gemaakt door het Britse kunstenaarsduo Semiconductor en komen uit de collectie van het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk).
Ruth Jarman en Joseph Gerhardt
Het uit Brighton afkomstige duo (Ruth Jarman en Joseph Gerhardt) maakt sinds 1997 een mix van avontuurlijke videokunst en elektronische soundtracks die uitdrukking geven aan hun obsessie voor landschappen, architectuur, geologie, aardrijkskunde, artificiële intelligentie en de chaostheorie.
De kunstenaars zijn geïnteresseerd in onzichtbare wetenschappelijke verschijnselen – in hun werk maken ze veel van dit soort processen, zoals bijvoorbeeld geluidsgolven en magnetisme, zichtbaar. Hun unieke manier van werken werd bekroond met prestigieuze prijzen en beurzen.
Het duo verbleef als artists in residence op het NASA Space Science Laboratory in UC Berkeley, Californië. Daar maakten ze gretig gebruik van de mogelijkheid om onderzoek te doen naar het videoarchief, waarin ze prachtige beelden vonden van het oppervlak van de zon en van het heelal.
De films Black Rain (2009) en Brilliant Noise (2006) zijn beide een resultaat van deze vruchtbare onderzoeksperiode.
Stilstaand beeld uit Black Rain
Voor Black Rain (2009, 3:02 min.) gebruikten ze beelden van de tweelingsatelliet STEREO van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. De twee vrijwel identieke sondes werden in 2006 gelanceerd vanaf Cape Canaveral in de Verenigde Staten en werden in een baan om de zon worden gebracht, vanwaar ze op ruime afstand van elkaar dezelfde plekken op de zon fotograferen.
Voor het eerst kunnen wetenschappers zowel de voor- als de achterkant van de zon zien en dit in drie dimensies! Via de beelden en onderzoeksgegevens hoopt men meer inzicht te krijgen in de werking van magnetische stormen om daarmee beter het ruimteweer te kunnen voorspellen voor luchtvaart- en elektriciteitsmaatschappijen, satellietoperatoren, etc. Ook voor missies naar andere planeten is deze informatie van belang.
Kijkend naar de film ben je getuige van de zonnewind, passerende planeten en kometen die om de zon cirkelen tegen een achtergrond van miljoenen sterren in dit deel van de melkweg. Door onbewerkte beelden te gebruiken, tegenover de gekleurde en gladgestreken persbeelden van NASA, laten de kunstenaars het heelal zien als een onherbergzame ruimte waar ieder spoor van menselijk leven ontbreekt. Maar juist door de beelden ongepolijst te laten, lijken de sterren binnen handbereik te komen.
Stilstaand beeld uit Brilliant Noise
Brilliant Noise (2006, 5:55 min) toont gruizige foto’s van het oppervlak van de zon die zijn samengevoegd tot een bewegend beeld. Anders dan de stereotype gele bal die wij ons meestal voorstellen, wordt in Brilliant Noise de zon getoond als een constellatie van krachtvelden, stromingen en energiebanen. Destructie en creatie komen samen. De witte beeldruis (brilliant noise) is het gevolg van de kosmische straling die de cameraopnamen vanuit de satelliet verstoort.
De quasi abstracte zwart-witbeelden zijn verklankt via minimale elektronicacomposities van gerenommeerde experimentele artiesten als Cristian Vogel, Antenna Farm en Max Richter. De geluiden lijken direct uit het binnenste van de zon op te borrelen om sissend en knisperend te vervliegen in de kolkende zonnewinden.
Het concert met muziek van John Cage en de twee werken van Semiconductor, voorafgegaan door een korte introductie, vindt plaats op zondag 26 februari van 16:00 tot 18:00 uur in De Duif aan de Prinsengracht 754 in Amsterdam. Entree is slechts 5 Euro, te betalen aan de deur.
Hier is een beschrijving van Wikipedia van het stuk Atlas Eclipticalis van John Cage, dat we op zondag 26 februari in De Duif spelen:
“Collega-componist Erik Satie had al een keer gemeld, dat als je muziek opschrijft, de muziek wordt teruggebracht tot lijnen en stippen. Door toepassing van elektronica konden op een gegeven moment ook de lijnen weggelaten worden.
John Cage, op een gegeven moment student aan het Center of Advanced Studies aan de Westleyan University, dacht daar aan toen hij een opdracht kreeg voor het componeren van een werk voor orkest. Hij liep om inspiratie op de doen naar het observatorium van de universiteit en zag daar diverse sterrenkaarten liggen. Een daarvan was de Atlas Eclipticalis uit (toen nog) Tsjecho-Slowakije. Ook kijkend naar de sterrenhemel kwam hij op het idee, deze sterrenhemels (op papier of in het echt) te vertalen naar muziek. En dat levert dan muziek op zonder maataanduiding, alleen maar noten op een blad papier.
De enige aanduidingen zijn piano en forte en korte of lange noten. Dat wil niet zeggen dat het een improvisatie is geworden. De dirigent en orkestleden dienen zich stipt aan de omschrijving van de partituur te houden. In 1961 was de compositie klaar en vond de première plaats te Montréal (3 augustus 1961) in het Theatre La Comédie Canadienne (de opdrachtgever) in het kader van de International Week of Today’s Music. John Cage dirigeerde zelf een korte versie van het werk. Cage bouwde de compositie toen nog verder uit tot zijn huidige lengte van 80 minuten met 86 musici.
Zelf dirigeren is één; een ander het werk te laten uitvoeren is iets anders. Toch niet de minste dirigenten, zoals Richard Dufallo en Leonard Bernstein, hadden moeite het werk uit te voeren. Bij Dufallo werd de dirigent tegengewerkt door de musici, die het werk niet begrepen; Bernstein was mening dat er sprake was van improvisatie, terwijl Cage meende een strikte compositie opgeleverd te hebben.
Ook het publiek had het er moeilijk mee. Destijds werden hedendaagse composities verwerkt in een standaardprogrammering en zo kon het voorkomen dat Atlas Eclipticalis uitgevoerd werd in één concert met werk van Antonio Vivaldi (Herfst uit De vier jaargetijden) en de 6e symfonie van Pjotr Iljitsj Tsjaikovski. Nadat het werk van Cage begonnen was, verlieten steeds meer mensen uit het publiek de zaal en zelfs de leden van het New York Philharmonic Orchestra konden hun balorigheid niet verbergen. Microfoons werden van instrumenten gehaald; er werd gepraat tijdens de uitvoering etc. etc.
Cage had ontzettend de pest in en heeft het het orkest nog jarenlang kwalijk genomen. Een voordeel heeft het wel opgeleverd; Cage (eeuwig optimist) wist dat een betere uitleg van het werk en langere repetitietijden noodzakelijk waren. Een latere uitvoering van Dufallo met het Residentie Orkest viel wel in de smaak bij de componist. Toch bleef hij het verwijt krijgen, dat deze muziek nog niet paste in de jaren 60; sommigen zeiden: kom over 20 jaar nog eens terug.
Hoe klinkt deze compositie dan? Kijk ’s avonds naar de sterrenhemel. Overal lichten kleine puntjes op, maar doven net zo snel. Ook je ogen en hersenen werken mee aan het effect, want je kan je eigenlijk niet concentreren op de lichtpuntjes. Sommigen blijven langer in zicht en feller, anderen zie je nauwelijks en kort. Soms zie je een lichtpuntje, door er toevallig net naast te kijken waardoor een lichtstraaltje wel op je netvlies komt, maar zodra je je oog beweegt is de lichtstraal weg; een mankement van het oog zelf. Maar voor het overgrote deel kijk je naar één groot zwart gat.
Zo klinkt dan ook de compositie. Gevoelsmatig hoor je de musici lukraak hun notenblazen, strijken en (aan)slaan, maar grotendeels hoor je helemaal niets, behalve dan de omgevingsgeluiden van je luisterplaats. Ook dit was (vaak) de bedoeling van Cage, zie b.v. de compositie 4′33″. Het werk wordt vaak uitgevoerd in combinatie met Winter Music uit 1957, dat van dezelfde uitgangspunten uitgaat.
Deze compositie is geschreven voor een willekeurig aantal piano’s (tussen 3 en 22). Winter Music wordt daarbij verweven in Atlas Ecliticalis of los gespeeld.”
—
Luister ook alvast naar het hele stuk op Spotify.