Actueel

Kersttip: Morton Feldman’s Tweede Strijkkwartet

Zo net voor de Kerst kunnen we met veel plezier melden dat we volgend jaar het 5 uur durende Tweede Strijkkwartet van de Amerikaanse componist Morton Feldman zullen uitvoeren tijdens de Nacht van Electra van 14 op 15 juli 2012 (Save the date!).

De Nacht van Electra vindt plaats in het gebied rond het gemaal de Waterwolf aan het Reitdiep in het gehucht Electra in Noordwest-Groningen. Er wordt een breed scala aan kunstvormen aan gepresenteerd, waarbij verbanden worden gelegd tussen menselijke kunstuitingen en de elementen uit het omringende landschap.

Ook zijn we in gesprek met verschillende andere podia in (West) Nederland over de opvoering van het stuk in het najaar van 2012.

Anthony Fiumara, bestuurslid van het Ives Ensemble, schreef in Dagblad Trouw over de eerste opvoering van het stuk in Nederland door het Ives Ensemble in 2001:

Was zijn kennismaking met de muziek van John Cage in de jaren vijftig van groot belang, zo veranderde Feldmans stijl in de jaren zeventig. Hij begon niet alleen voor grotere bezettingen te schrijven, belangrijker was dat de tijdsduren meegroeiden.

‘Mijn hele generatie was gefixeerd op het twintig- tot vijfentwintig-minutenstuk’, schreef Feldman over zijn tijdsuitdijingen. ‘Dat was onze klok. Zodra je echter het twintig- tot vijfentwintig-minutenstuk achter je laat in een eendelig werk, rijzen er verschillende problemen.Tot een tijdsduur van één uur denk je aan vorm, maar na anderhalf uur wordt dat ‘schaal’. Vorm is gemakkelijk -dat is alleen maar het in partjes opdelen van dingen. Maar schaal is een andere zaak.’

Die schaalvergroting, gekoppeld aan een verstilling en verkleining van het muzikale gebaar (er ‘gebeurt’ nauwelijks iets in Feldmans late werken) werd hem ingegeven door schilders als Mark Rothko. Maar ook door de levende patronen op oosterse tapijten, waarvan hij een fervent verzamelaar zou worden.

In hetzelfde artikel citeerde hij violiste Josje ter Haar:

“Ik denk overigens niet dat je van Feldmans strijkkwartet in een trance raakt, of dat er rare dingen met je bewustzijn gaan gebeuren, want daar is de muziek te complex en afwisselend voor. Het werk geeft je bovendien niet zo vaak de gelegenheid om je gedachten te laten varen. Dat vind ik sterk. Volgens mij is Feldman aan het stuk begonnen zonder een idee van de uiteindelijke lengte. Met die mentaliteit hoop ik het ook te gaan spelen.”

(Bron: Dagblad Trouw, 11 oktober 2001)

De musici die het stuk zullen spelen op 14 juli (v.l.n.r.) Emma Breedveld (viool), Job ter Haar (cello), Ruben Sanders (altviool) en Josje ter Haar (viool).

We hebben CD 1 van onze eigen opname van het stuk uit 1999 (in 2003 verschenen bij HAT HUT Records) online gezet. Volgens muziekblogger Ben Harper is dit moeilijke, maar (daarom) goede muziek voor tijdens de kerstdagen. Hoe dan ook fijne dagen!

Morton Feldman / String Quartet II – CD I by Ives Ensemble

Fotoverslag 14 december: Muziekgebouw aan ’t IJ

Op 14 december presenteerden we ‘Hoe klinkt het kunstwerk?’ in het Muziekgebouw aan ‘t IJ. In dit programma, met muziek van o.a. Rihm en Feldman, lieten we horen hoe het werk van beeldhouwers, schilders en andere kunstenaars direct kan leiden tot composities. Net als de sculpturen, gedichten, tapijten, performances en schilderijen die de directe aanleiding voor hun ontstaan zijn geweest.

Het concert werd visueel ondersteunt door studenten van de afdeling Kunst, Media en Technologie van de HKU in Hilversum. 

Voorafgaand aan het concert ging muziekprogrammeur Juha van ‘t Zelfde in gesprek met Elwin Beekman, een van de HKU studenten, over het werk en de totstandkoming ervan. In totaal waren er zes korte films te zien die reageerden op de muziek en/of op de kunstwerken die zijn verklanken.

Na afloop sprak muziekjournalist Roeland Hazendonk op Foyerdeck 1 met o.a. pianist en artistiek leider van het Ives Ensemble John Snijders en met componisten Fabio Nieder en Louis Andriessen over de vraag of een kunstwerk wel te verklanken is?

Hoe klinkt het kunstwerk? #6 – Werk van Vito Timmel

Vanavond, tijdens het concert ‘Hoe klink het kunstwerk?’, spelen we o.a.  Sogno 10 lunedì gennaio 1892 in una casa molte gente musiche son entrato a casa (2005) van de Italiaanse componist Fabio Nieder. 

Zijn werk wordt gekenmerkt door een buitengewoon gevoel voor klankkleur en instrumentatie, 

in combinatie met een groot gevoel voor lyriek.

Fabio Nieder (detail van foto door Co Broerse)

De componist aan het woord over zijn eigen stuk, dat hij ontleende aan absurdistische tekeningen van een krankzinnige:

De in vaag Italiaans gestelde titel grijpt terug op een visioen van de Triëster schilder Vito von Thümmel (ook Vito Timmel genoemd). Tot zijn dood in 1949 tekende hij in een krankzinnigengesticht in Triëste honderden van dergelijke visioenen, die hij dromen noemde. De originele tekening laat de plattegrond van een huis zien.  Sommige kamers zijn leeg, andere zijn overvol met mensen. De tijd van deze tekeningen is stil, zij zwijgt. Men vermoedt dansmuziek die daar zou kunnen klinken…

Mijn stuk is als dit huis: het heeft kamers, negen in getal. Als een grote lege huls staat de vleugel met zijn resonantiekast voor het publiek.. Het instrument opent de “ruimten” die verschillend van grootte zijn. Sommige van deze zijn leeg en in de resonantiekast klinkt slechts de nagalm van een eenzame roep. Andere worden bewoond door de beschaduwde aanwezigheid van de strijkers, die in verschillende samenstellingen opduiken. Door microtonale afwijkingen veranderen de strijkers de getempereerde stemming van de piano, zodat er een quasi verstemming van de vleugel ontstaat. Ze zijn vluchtig, brengen warmte, maar ze verdwijnen ook weer snel.

De negen “kamers” zijn verbonden door gangen die eruit zien als ketens van fossiele micro-organismen. Ze vertegenwoordigen de chaotische toestand van het gebouw. Bij nadere beschouwing ziet men dat deze oertoestand van de materie dezelfde aard heeft als het gehele architektonische complex van het huis. Een blik in het chaotische verleden.

Het ritselen van het papier, dat associaties oproept met ketenen van micro-organismen, lijkt woordarticulatie, net zoals het ‘scratchen’ van een surreële DJ: zijn ‘noises’ die men in sommige subtiele momenten waarneemt, lijken ernaar te streven spraak te zijn. Het commerciële, door het ‘scratchen’ volledig verstikte lied wordt door de DJ slechts een hele korte tijd de vrije loop gelaten en het blijkt een leugen te zijn! Daaruit volgt een gruwelijke val in de afgrond. Daarna heerst opnieuw de stilte.

Fabio Nieder tijdens een repetitie met het Ives Ensemble deze week.

Werk van Vito von Thümmel, inspiratiebron voor Fabio Nieder

Kijk hier voor meer informatie en kaarten voor het concert op 14 december via de website van het Muziekgebouw aan ‘t IJ.

Voorafgaand aan het concert om 19:30 uur is er een inleiding door studenten van de HKU over hun verbeelding van de muziekstukken. Na afloop van het concert vindt in op het foyerdek een gesprek plaats tussen John Snijders en componisten Fabio Nieder en Louis Andriessen. Gesprekleider is muziekjournalist Roeland Hazendonk.

Hoe klinkt het kunstwerk? #5 – Werken van Paul Klee

Tijdens het concert ‘Hoe klink het kunstwerk?’ op 14 december in het Muziekgebouw presenteren we o.a. de Nederlandse premiere van het stuk A Leaf from the Book of Cities – Cooling in a Garden of the Torrid Zone (2006) van David Young.

David Young (foto: © Daisy Noyes)

Als componist houdt hij zich vooral bezig met de relatie tussen beeld en geluid, en gebruikt vaak miniatuurvormen in onconventionele omstandigheden. Zijn werk werd omschreven als ‘muzikale origami’, ‘toegankelijk, maar ook op een prettige manier abstract’ en ‘rustig vastbesloten zichzelf te zijn – een klinkend equivalent van het zien van een hele wereld in een zandkorrel’.

Klik hier om de geheimzinnige muziek van David Young te beluisteren die hij maakte bij een experimentele film van Louise Curham.

Detail van bladmuziek van Aphis 36 van David Young uit 1994 (links) en Ein Blatt aus dem Städtebuch van Paul Klee uit 1928 (rechts, in het bezit van de Öffentliche Kunstsammlung Basel)

Met de titel van het stuk dat we in het Muziekgebouw spelen verwijst Young letterlijk naar twee gelijknamige tekeningen van de Duits/Zwitserse expressionistische kunstschilder Paul Klee, die in zijn werk uitdrukking wilde geven aan het onderbewuste en de menselijke fantasie. Hij gebruikte veel verwijzingen naar dromen, muziek, poëzie en mythologie.

Als je de bladmuziek van het werk van David Young goed bekijkt, zie je er een zekere chaos in. Op een bepaalde manier net zo chaotisch als het werk van Paul Klee, die in zijn schilderijen allerlei thema’s gebruikte zoals landschap, dieren, mythologie en abstrakte vormen. In zijn persoonlijke stijl uit hij de drang het onderbewuste en de fantasie te laten zien. Dit resulteert hier in een chaotische film die iedere keer dat hij gezien wordt meer van zichzelf toont.

Kijk hier voor meer informatie en kaarten voor het concert op 14 december via de website van het Muziekgebouw aan ‘t IJ.

Voorafgaand aan het concert om 19:30 uur is er een inleiding door studenten van de HKU over hun verbeelding van de muziekstukken. Na afloop van het concert vindt in op het foyerdek een gesprek plaats tussen John Snijders en componisten Fabio Nieder en Louis Andriessen. Gesprekleider is muziekjournalist Roeland Hazendonk.

Hoe klinkt het kunstwerk? Deze woensdag in het Muziekgebouw aan ’t IJ

Hoe klinkt het kunstwerk?
14 december 2011 / 20.15 uur
Muziekgebouw aan ’t IJ, Amsterdam

Programma:

Wolfgang Rihm (1952) / Kolchis (1991) voor slagwerk, piano, harp, cello en contrabas

Morton Feldman (1926-1987) / Spring of Chosroes (1977) voor viool en piano

Louis Andriessen (1939) / Tuin van Eros (2002) voor 2 violen, altviool en cello

David Young (1969) / A Leaf from the Book of Cities Cooling in a Garden of the Torrid Zone (2006) (Nederlandse première) voor klarinet, tuba, slagwerk, piano, viool, altviool en cello

Andrew Toovey (1964) / Ja, Ja, Ja, Ja, Ja, Nee, Nee, Nee, Nee, Nee (1991) voor basklarinet, tuba, piano, 2 violen, altviool, cello en contrabas

Fabio Nieder (1957) Sogno 10 lunedì gennaio 1892 in una casa molte gente musiche son entrato a casa (2005) (Nederlandse première) voor DJ-slagwerker, piano, viool, altviool en cell

Om 18:30 is er de mogelijkheid om een speciale maaltijd te delen met leden van het ensemble. Voor slechts 10 euro serveert het nieuwe restaurant Zouthaven een heerlijke caprese salade met brood en wijn (of een andere consumptie naar keuze).

Voorafgaand aan het concert om 19:15 uur is er een inleiding door de studenten KMT van de HKU over hun visuele verklanking van de werken. Na afloop van het concert vindt in op het foyerdek een gesprek plaats tussen John Snijders en componisten Fabio Nieder en Louis Andriessen. Gespreksleider is muziekjournalist Roeland Hazendonk.

Let op: als u zich aanmeldt op Facebook komt u in aanmerking voor korting op het concert. Ga naar onze concertpagina en en geef aan dat u komt. U betaalt dan slechts 15 ipv 26 euro.

We hopen u allen morgen in het Muziekgebouw te zien!

Hoe klinkt het kunstwerk? #4 – Ja, Ja, Ja, Nee, Nee, Nee,

Andrew Toovey (l) & Joseph Beuys (r)

Tijdens het concert ‘Hoe klink het kunstwerk?’ op 14 december in het Muziekgebouw spelen we o.a. het stuk Ja, Ja, Ja, Ja, Ja, Nee, Nee, Nee, Nee, Nee, van de Britse componist Andrew Toovey (1962). Ja, Ja, Ja, Ja, Ja, Nee, Nee, Nee, Nee, Nee, werd geschreven in 1990/91 voor het concert ter gelegenheid van de vierde verjaardag van IXION. Toovey vertelde eerder over het werk:

Ik ben al een aantal jaren geïnteresseerd in het werk van de Duitse beeldend kunstenaar Joseph Beuys; de grote collectie van zijn werk in het Hessisches Landesmuseum is een belangrijke reden geweest (afgezien van muzikale) om bezoeken te brengen aan Darmstadt. De titel van deze compositie is genomen van een kunstwerk van Beuys uit 1968, dat zich in de Darmstadt collectie bevindt, bestaande uit lagen vilt en een daarin verpakte geluidsband.

Toen Joseph Beuys een uur lang de woorden Ja, Ja, Ja, Ja, Ja, Nee, Nee, Nee, Nee, Nee herhaalde was dat op een bepaalde manier toegeven aan de mensen die hem niet begrepen. Iedere aanvulling zou er niet toe doen. Ja, Ja, Ja, Ja, Ja, Nee, Nee, Nee, Nee, Nee. Een ironische mantra van overgave wordt getransformeerd in een visuele staat van hulpeloosheid.

(Joseph Beuys, 1921-1986, Ja, ja, ja, ja, ja, nee, nee, nee, nee, nee, 1969, vilt, 32 minuten audiotape opname, nr. 45 van een editie van 100, 15.0 h x 25.0 b x 25.0 d cm, © Joseph Beuys. Licentie van Bild-Kunst & VISCOPY, Australia.)

Beluister het werk van Beuys (opgenomen in het Stedelijk Museum Amsterdam) via SoundCloud:

(Ja Ja Ja Nee Nee Nee, Staatliche Kunstakademie Düsseldirf, 1968. Joseph Beuys at Stedelijk Museum Amsterdam by Viral Radio)

Kijk hier voor meer informatie en kaarten voor het concert op 14 december via de website van het Muziekgebouw aan ‘t IJ.

Hoe klinkt het kunstwerk? #3 – Tuin van Eros

Tijdens het concert ‘Hoe klink het kunstwerk?’ op 14 december in het Muziekgebouw spelen we o.a. het stuk Tuin van Eros van Louis Andriessen (1939). De Nederlandse componist beschreef dit werk als volgt:

Tuin van Eros is gebaseerd op een ongewoon, misschien wel geheel verkeerd idee voor een strijkkwartet: een werk voor soloviool, begeleid door drie strijkinstrumenten.

Tijdens het componeren realiseerde ik me dat dit idee niet zo ver verwijderd was van de bakermat van het strijkkwartet: de vroege kwartetten van Haydn. Het stuk klinkt echter niet als Haydn.

De titel komt van een lang en mooi liefdesgedicht in vijftig kwatrijnen geschreven in 1934 door Jan Engelman. In de muziek volg ik het gevoel van het gedicht nogal los, maar de structuur van het gedicht zeer streng: het stuk heeft net zoveel tellen als het gedicht 

lettergrepen. Het werk duurt 12 minuten en is geschreven voor het Arditti Quartet, ter nagedachtenis aan mijn broer Jurriaan. 

Louis Andriessen (tweede van links) op bezoek tijdens een repetitie van het Ives Ensemble

Losse seksuele moraal?

Het dichtstuk Tuin van Eros van Jan Engelman verscheen voor het eerst in 1932. De katholieke dichter had toen al naam gemaakt. Engelman was zowel om zijn opvattingen en gedichten als vanwege zijn persoonlijke leven omstreden in het literaire leven van vóór de Tweede Wereldoorlog. Hij zou een losse seksuele moraal erop nahouden, hoewel hij zich hierover nooit expliciet heeft uitgelaten.

 

Jan Engelman (links) en een vroege druk van de dichtbundel ‘Tuin van Eros’ (rechts)

In zijn gedichten (waaronder de bundel Tuin van Eros) zijn in elk geval veel “erotische” elementen terug te vinden, zoals in het gedicht Zacht branden, of in een fragment als:

O bleeke heup, op bed gevonden

als horizon en heuvelkam,

o borsten, zachter neergewonden

dan donzen vogels, vleugellam –

De regel “haar schoot geurde wild als zoo menig uur” schoot enkele katholieke critici in het verkeerde keelgat. Dit verhinderde overigens niet dat Engelman vanwege deze bundel, die in een beperkte oplage voor een klein publiek was verschenen, in 1934 de Mei-prijs voor de Nederlandse letterkunde kreeg. 

Het volledige gedicht is te lezen via de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren.

» Tuin van Eros van Louis Andriessen is ook te beluisteren via YouTube (klik).

Handschrift van het gedicht ‘Vera Janacopoulos’ uit de ‘Tuin van Eros’ uit de collectie van de Koninklijke Bibliotheek.

Kijk hier voor meer informatie en kaarten voor het concert op 14 december via de website van het Muziekgebouw aan ‘t IJ.

Hoe klinkt het kunstwerk? #2 – Spring of Chosroes

Tijdens het concert ‘Hoe klink het kunstwerk?’ op 14 december in het Muziekgebouw spelen we o.a. het stuk Spring of Chosroes van Morton Feldman (1926-1987). Deze Amerikaanse componist had sterke banden met beeldende kunst(enaars), zowel in zijn werk als in zijn privéleven. Hij was bevriend met beroemde naoorlogse schilders als Jasper Johns en Philip Guston. Die laatste maakte een schilderij van Feldman met zijn karakteristieke sigaret in de mond. Feldman schreef later de muziek voor een kapel in Houston die is gewijd aan schilder Mark Rothko, het verstilde Rothko chapel.

Portret van Morton Feldman door Philip Guston, olie op doek, 1978

Spring of Chosroes verwijst naar een zeldzaam Perzisch tapijt, een van de andere kunst-gerelateerde passies van Feldman.

De subtiele herhalingen die zo karakteristiek zijn in de patronen van die antieke kunstvoorwerpen worden hier tot klinkend materiaal omgevormd. Feldman bracht zijn fascinatie voor kleden als volgt onder woorden:

The whole business of sounding expensive is part of the image of professional music as we know it. The expensive violin – the expensive bow, you see. Well, my approach to an instrument is finding instruments where terms like “perfection” and “imperfection” of construction are not important. The whole idea of going in tune and out of tune with more precise acoustical instruments is taken into consideration.

It was actually with my interest in nomadic oriental rugs that really made me start to use “imperfect” percussion with considerably more security. I’ll tell you how. In older oriental rugs the dyes are made in small amounts and so what happens is that there is an imperfection throughout the rug of changing colors of these dyes. Most people feel that they are imperfections. Actually it is the refraction of the light on these small dye batches that makes the rugs wonderful. I interpreted this as going in and out of tune.

There is a name for that in rugs – it’s called abrash – a change of colors that leads us into pieces like Instruments III which was the beginning of my rug idea. I wouldn’t say I actually made a literal juxtaposition between rugs and the use of instruments in Instruments III, but it made me not worry about it. I like the imperfection and it added to the color. It enriched the color, this out of tune quality. Just like I like my piano out of tune a little bit. It’s warmer.

(Bron: Chris Villars)

» Spring of Chosroes van Feldman is te beluisteren via YouTube (in twee delen).

CD-cover van Crippled Symmetry, een stuk van Morton Feldman uit 1983. 

Kijk hier voor meer informatie en kaarten voor het concert op 14 december via de website van het Muziekgebouw aan ‘t IJ.

Spelersvergadering aan het Museumplein.

Hoe klinkt het kunstwerk? #1 The Boys from Kolchis

_

“I owe many impulses to the sensual leasing and the sinister beauty of much of his works.”  –  Componist Wolfgang Rihm over kunstenaar Kurt Kocherscheidt

_

Tijdens het concert ‘Hoe klink het kunstwerk?’ op 14 december in het Muziekgebouw spelen we o.a. het stuk Kolchis van de Duitse componist Wolfgang Rihm (*1952). De titel ontleende hij aan een schilderij/installatie van de in 1992 overleden Oostenrijkse kunstenaar (en vriend) Kurt Kocherscheidt.

The Boys from Kolchis, 1991 (olieverf op eiken, 410 x 410 cm © Foto: Morat Institut, Freiburg i. Br. / MAK)

Zijn werk is het best te typeren als abstract expressionistisch, een verzamelterm voor de uitbundige kunst van bijvoorbeeld Willem de Kooning en Barnett Newmann. In het werk van Kocherscheidt keren vaak dezelfde symbolen terug: bollen, cirkels, kogels en uithollingen. Met zijn provocerende hardheid lijkt hij bewust afstand van die esthetische kwaliteiten van het schilderen.

In de jaren tachtig en negentig exposeren verschillende musea en galeries zijn werk, waaronder de Wiener Secession in Wenen, het SMAK in Gent en het Van Abbemuseum in Eindhoven.

  

Kurt Kocherscheidt voor het werk “Sommerarbeit” in 1988

Vanaf 1986 begint hij elementen uit zijn schilderijen los te maken en zelfstandig voor te stellen in de vorm van houten beschotten. Het hout is meestal niet behandeld en overschilderd in tinten van bruin en zwart. Ook het werk waar Rihm zijn stuk op baseerde (‘The Boys from Kolchis’) is in deze stijl gemaakt en verwijst, zoals vaker in het werk van Kocherscheidt naar de Griekse mythologie.

_

Kolchis?

Kolchis was in de Oudheid de naam voor de landstreek aan de oostkust van de Zwarte Zee. De streek ligt in het tegenwoordige Georgië, tussen Armenië en de Kaukasus. In deze streek mondde de rivier de Phasis (de huidige Rioni) in zee uit. De streek is vooral bekend als de plaats waar volgens de mythe Jason en de Argonauten het Gulden vlies kwamen halen.

Het Gulden Vlies is de gouden schapenvacht van de god Chrysomallos. Deze behoorde eigenlijk toe aan de gouden ram die de kinderen van koning Athamas, Phrixus en Helle wegvoerde, om hen te redden uit de handen van Athamas en zijn nieuwe vrouw, Ino. Op hun vlucht keek Helle, juist toen ze over de Hellespont vlogen, naar beneden en stortte in zee. Phrixus bereikte alleen zijn doel, offerde de ram en hing de gouden vacht op. (Bron: Wikipedia)

Kurt Kocherscheidt overlijdt in 1992 op 49-jarige leeftijd, kort na zijn deelname aan Documenta IX.

Het muziekstuk van Rihm ontstond in 1991 en is geschreven voor slechts vijf instrumenten. Er overheerst een donkere sfeer. Het stuk ging in premiere tijdens de laatste tentoonstelling van Kocherscheidt in Wenen in 1992. Rihm zei later over zijn overleden vriend: “I owe many impulses to the sensual leasing and the sinister beauty of much of his works.”

_

Kijk hier voor meer informatie en kaarten voor het concert op 14 december via de website van het Muziekgebouw aan ‘t IJ.