Maak kennis met de zakelijk leider: Anneke Oele

Ter kennismaking met de leden van het Ives Ensemble stelt Juha van ‘t Zelfde enkele vragen. Deze keer zakelijk leider Anneke Oele.

Zakelijk leider van het IE Anneke Oele

Bezoekers van het Ives Ensemble komen je altijd en overal tegen, maar misschien niet iedereen weet precies wie je bent. Zou je je misschien kort willen voorstellen voor het grote publiek?

Ik ben Anneke Oele, geboren in Geldrop, opgegroeid in Friesland, om precies te zijn in Drachten. Voel me dus erg Fries, heb veel gezeild en geschaatst en HBS A gehaald. Daarna via omzwervingen in Groningen terecht gekomen waar ik een jaar of 8 politiek actief ben geweest (PvdA) en kunstgeschiedenis heb gestudeerd. Na mijn studie ben ik 8 jaar conservator hedendaagse kunst in het Gemeentemuseum Arnhem (nu MMKA) geweest, daarna 10 jaar galeriehouder in Amsterdam (galerie Espace, galerie Oele) en vervolgens heb ik 10 jaar bij Amsterdam RAI gewerkt, waarvan 7 jaar als directeur Art Amsterdam (voorheen KunstRAI). Ik wandel graag, ga nog liever op reis en dan het liefst naar New York. En dan breng ik veel tijd door met zingen (op amateurniveau) in het oratoriumkoor KCOVAmsterdam, waarmee we twee keer per jaar optreden in het Concertgebouw in Amsterdam.

Hoe ben je eigenlijk bij het Ives Ensemble terecht gekomen?

Na 32 jaar beeldende kunst vond ik het tijd worden om eens iets in de (nieuwe) muziek te gaan doen, mijn tweede passie. Toevalligerwijs stond precies op het goede moment een advertentie op Cultuurnet waarin een zakelijk leider voor het Ives Ensemble werd gevraagd en ik heb gewoon gesolliciteerd. Ik neem aan dankzij de belangstelling van John (Snijders, artistiek leider van het Ensemble) voor beeldende kunst en mijn verleden bij Art Amsterdam, ben ik aangenomen. Het ensemble wilde al langer de combinatie met beeldende kunst in de (speel)praktijk brengen.

Hoe ziet een normale werkweek er voor jou ongeveer uit?

Dat is moeilijk te zeggen. Het werk van een zakelijk leider kan op allerlei manieren worden opgevat. Je kan zeggen: de zakelijk leider maakt de artistieke wensen van de artistiek leider mogelijk en zorgt ervoor dat het ensemble niet failliet gaat. Ik zorg voor begrotingen, overzichten, zorg ervoor dat rekeningen betaald worden. De door de artistiek leider voorgestelde programma’s worden door de zakelijk leider aan de zalen in het land aangeboden. De onderhandelingen met de programmeurs van de zalen worden door de zakelijk leider gedaan. De subsidie aanvragen worden geschreven door de zakelijk leider en voor het inhoudelijk deel door de artistiek leider. De afgelopen maanden zijn we daar dan ook heel druk mee bezig. Een groot deel van het werk zal de komende tijd bestaan uit de zoeken naar fondsen voor aanvullende gelden en de aanvragen bij die fondsen.

Ander belangrijk deel is de marketing en publiciteit. Samen met Non-fiction zorgen we voor een actieve online marketing (vooral gedaan door Non-fiction). Deze succesvolle samenwerking is na een analyse in het eerste jaar tot stand gekomen. Behalve al deze zaken zie ik het vooral als mijn taak veel te coördineren en te zorgen dat iedereen op de hoogte is en dat de praktische zaken op tijd gebeuren. Interne organisatie, contact van de spelers met de directie onderling, contact van directie en spelers met bestuur reken ik ook tot mijn taak. Teveel om op te noemen dus en iedere week is weer anders, afhankelijk van wat er speelt.

Merk je veel overeenkomsten tussen de wereld van de beeldende kunst en de muziek? En ook verschillen?

Belangrijkste verschil is dat een Ensemble deel uitmaakt van podiumkunsten. Er is een voorstelling en die voorstelling is uniek. Er is geen object om als resultaat te verkopen. In de beeldende kunst is er altijd een commercieel moment, iets om mee naar huis te nemen, of het nu een origineel of een afbeelding is. Dat veroorzaakt een enorm verschil in de beleving en in de praktijk. Er zijn dus eigenlijk weinig overeenkomsten, behalve misschien tussen componisten en beeldend kunstenaars. Beide creëren iets dat nog niet eerder bestond. Net als kunstenaars zijn goede musici natuurlijk wel gericht op perfectie in de uitvoering. De musici van het Ives Ensemble kennen weinig grenzen in hun ambitie om de muziek op zijn allerbest naar voren te brengen. Daar bewonder ik ze zeer om. Misschien omdat ze heel intensief moeten samenspelen zijn ze zonder uitzondering verschrikkelijk aardig.

Het mooiste stuk dat ik tot nu toe van ze hoorde is de 2e sonate voor viool en piano van Charles Ives. Het wordt op 25 november a.s. weer uitgevoerd in onze serie in De Duif.



Anneke reist graag, en met name naar New York

Hoe gaat het met het Ives Ensemble dit seizoen?

Het gaat heel erg goed met het Ives Ensemble. Na een jaar van voorbereiding begint de nieuwe koers langzaam vorm te krijgen. De online marketing (blog, facebook, nieuwe website, email nieuwsbrief) levert veel nieuwe belangstellenden op, we spelen in series die we zelf geëntameerd hebben in sfeervolle zalen zoals Felix Meritis en De Duif. Het is inspirerend om te zien dat er hernieuwde belangstelling is voor componisten als Morton Feldman en John Cage. Jonge mensen hebben blijkbaar behoefte aan bezinning in deze hectische tijd. We dragen daar graag aan bij.

Wat zijn je grootste uitdagingen in de rest van het jaar, en hoe zie je die tegemoet?

Natuurlijk is de grootste uitdaging de subsidie aanvragen zo te schrijven dat we toegezegd krijgen wat we zouden willen. Daarnaast is het zaak te zorgen dat we al dit jaar genoeg publieke en particuliere fondsen vinden om een voortbestaan van het Ensemble na 2013 mogelijk te maken.

Aankomende zondag spelen jullie in De Duif. Wat zou je de lezers die nog twijfelen willen meegeven om ze over de streep te trekken?

De sfeer in de kerk is zo bijzonder dat dat al een reden is om te komen. Belangrijker nog: de combinatie van de videofilms met het werk van John Cage is alleen op dit moment te ervaren, iets dat je daarna niet zo vaak meer meemaakt.

En dan de kennismaking met 6 leden van het Ives Ensemble, en met het werk van John Cage. Ik zou zeggen, wie niet Music for… in het museumweekend in het Stedelijk Museum in 2010 heeft meegemaakt, heeft een herkansing die niet gemist mag worden. En de entree van 5 euro is natuurlijk het doorslaggevende argument.